Eilanders

Roeland Scholtalbers

“Wij zijn al eeuwen gewend om vreemdelingen te ontvangen”, zegt Sara alsof het vanzelfsprekend is. Gloria’s Siciliaanse ­meter probeert op mijn verzoek het karakter van haar mede-eilanders te duiden. Haar man Pedro, zelf een Portugees van de Azoren, knikt beamend. De kerkklok slaat middernacht en galmt na over het dakterras in Lipari. Donatella vult onze glazen nogmaals met Malvasia delle Lipari. De zoete wijn van een oorspronkelijk Griekse druif is een spoor uit een ver verleden, zoals verschillende beschavingen die in de loop der eeuwen op Sicilië achterlieten. Van Grieken tot Romeinen, van Byzantijnen tot Arabieren en van Spanjaarden tot Oostenrijkers. Daarom is de gemiddelde Siciliaan dus zo gastvrij en gemakkelijk in de omgang. Iedere Italiëganger heeft wel een anekdote over een gastvrije Italiaan, maar Sicilianen hebben grootmoedigheid tot kunst verheven.
De volgende ochtend proberen we het Siciliaanse ontbijt bij uitstek: menza cà panna, een glaasje halfbevroren koffiegranita met zelfgemaakte slagroom. Volgens traditie dip ik eerst het hoedje van de vergezellende brioche in het hemelse goedje. De kinderen smullen van granita met verse citroen en aardbei. Ik heb de rekening al betaald als iemand opmerkt dat we nog water nodig hebben. Even later staat de ober voor me met een fles water. Prego, alsjeblieft. Voor ik hem kan bedanken heeft hij bij het volgende tafeltje al twee espresso’s afgeleverd.

Op de kade zoeken we een watertaxi. De kinderen staan erop dat we de piratenboot nemen. Bubu heeft een lange grijze baard en een piratenvlag die trots aan de mast wappert. De roodbruine kapitein zet ons af op een afgelegen strandje bij een in onbruik geraakte puimsteengroeve. Deze poreuze steen blijft dankzij kleine holtes drijven, magisch natuurlijk! De kinderen proberen er zoveel mogelijk te verzamelen. Bubu verschijnt alweer aan de horizon als onze magen beginnen te rommelen. Hij vaart ons naar een strandje met een restaurant waar hij eerder alle andere toeristen heeft afgezet. De piraat laveert zijn sloep tussen rotsen door om ons nog een paar grotten te laten zien. Alleen Bubu kan dat, verzekert matroos Diego die tevens zijn neefje is. Pas na een Campari-spritz bij zonsondergang navigeert Bubu ons weer naar de haven. We krijgen korting en hij staat erop dat de kinderen te gast waren. Een edelmoedige piraat in het hoogseizoen, dat bestaat zowaar.
Bij Sara’s moeder in de heuvels van Messina ervaren we de ­essentie van de ongedwongen Siciliaanse gastvrijheid. Of ­misschien beseffen we dat dat eigenlijk niet de juiste term is. We zijn niet te gast, we zijn thuis. Met tientallen familieleden en vrienden ­vieren we Ferragosto alsof we elkaar al jaren kennen. We zwemmen, lachen, kletsen en eten onder het genot van de wijn des huizes, een Faro DOC die alleen op de noordoostelijke punt van Sicilië wordt gemaakt. Sara begeleidt haar moeder op de piano terwijl die een Napolitaanse klassieker vanaf het overdekte terras de wijngaard in laat schallen: T’aggio vuluto bene a te/ Tu mm’hê vuluto bene a me! Vanuit Vigna Sara, genoemd naar de oma van onze vriendin, lijkt het alsof je het vasteland kunt aanraken. En toch is Sicilië een wereld op zich. Een wereld waar we snel terug hopen te keren! •

Nederlander Roeland Scholtalbers verhuisde na 13 jaar Brussel terug naar Italië en pendelt tussen Turijn en Florence. Samen met zijn Italiaanse vrouw Donatella, zoontje Libero en dochter Gloria herontdekt hij de geneugten van het Italiaanse leven.

Nieuwsbrief

Advertentie

Bezoek Italië, Emilia Romagna

instagram