Nieuw leven

De eeuwenoude boerderij aan de rand van het bergweggetje biedt een verlaten, bijna troosteloze aanblik. Ik loop om het haveloze pand heen en hoor alleen de wind in de boomtoppen ruisen. Verder niets. De laatste bewoners zijn alweer een tijdje geleden vertrokken, of, dat kan natuurlijk ook, onlangs overleden. Daarna is het onvermijdelijke verval geruisloos ingetreden. Gras groeit in woeste plukken onder de ­dakpannen vandaan en overal lopen scheuren door de muren als diepe groeven in een verweerd gelaat. Het eens zo fiere dak is half ingestort, spijlen van luiken zijn gebroken en waar eens een deur zat, gaapt nu een groot donker gat.
Een jaar geleden liep ik voor het laatst langs deze vervallen plek. Toen was er nog leven. Ik keek naar de oude boerin die, met in iedere hand een lege emmer, naar de waterpomp schuifelde. Ik dacht: dat is afzien. Geen stromend water, geen elektra en geen verwarming. Is zij het eerst overleden en is haar echtgenoot daarna vertrokken? Of zijn ze weggehaald door hun kinderen? Misschien wonen ze in een rusthuis? Met deze vragen in het achterhoofd loop ik over het verlaten erf.


Het kan natuurlijk ook anders zijn. Dat zij in haar eentje is overgebleven en hier nog een tijd­je heeft gewoond. Een zonder­ling oud vrouwtje, vinden voorbijgangers na verloop van tijd. Ze durven haar niet te benaderen. In zichzelf gekeerd, met een snor en tanige, knokkelige handen. Ze mom­pelt in zichzelf. Het duurt niet lang of ze staat bekend als de heks die je beter kunt ­mijden.
In de omgeving wemelt het van de oude verlaten boerderijen. Soms zijn het ruïnes waarvan alleen de buitenmuren nog overeind staan. Soms lijkt het alsof je er zo in kunt trekken. Maar dan blijkt het dak zo lek als een mandje. Soms liggen zelfs de buiten­muren in puin en doe je er beter aan alles wat nog overeind staat snel af te breken om vervolgens helemaal opnieuw te beginnen.

De laatste tijd zijn er weer liefhebbers genoeg. Makelaars met in hun kielzog Zwitsers, Denen, Belgen, Duitsers of Nederlanders struinen stad en land af op zoek naar die ene buitenkans die anderen is ontgaan.
Ook wij kochten tien jaar geleden een ruïne. Van de ene op de andere dag. Wisten wij veel… We hadden geen flauw benul van de voetangels en klemmen die op ons pad, dat van de argeloze koper, verborgen zouden liggen. Dat een niet geasfalteerd landweggetje ’s winters niet wordt schoon­geveegd als het gesneeuwd heeft en dat je je dan door de sneeuw een weg naar je huis kunt scheppen. En dan de stand van de zon: die staat ’s winters soms zo laag dat je huis de hele dag in de schaduw ligt en erg koud en vochtig wordt. Of het leger malafide aannemers dat zich meldt op het moment dat de koop van het nieuwe pand gesloten is. Achteraf zou het lijstje van 25 à 30 do’s-and-don’ts, dat ik later heb opgesteld, heel erg van pas zijn gekomen. Maar dat hadden we toen nog niet. In plaats daarvan hadden we een engeltje op onze schouder. Door puur geluk en toeval wisten we tijdens de grondige verbouwing vrijwel alle struikelblokken te omzeilen.

Op een dag was de verbouwing klaar en een paar dagen later stonden de oude boer en zijn vrouw onverwachts voor onze neus. Of ze een kijkje mochten nemen? De oude boer was hier geboren en getogen. Hij had in de jaren dertig van de vorige eeuw, toen er weer een beetje geld was, zijn vader geholpen de boerderij verder op te bouwen. Zou hij – per favore – een even binnen mogen kijken?
Na de keuken en de woonkamer lopen we de slaapkamer binnen. Ik zie tranen in zijn ogen… Ik schrik. Is hij teleurgesteld, vindt hij het lelijk? “E bellissima, la casa!” fluis­tert hij. “Nu weet ik zeker dat onze oude boerderij nog jaren zal voortleven.” ✦

  

Italië Magazine editie 2/2023

Italië Magazine editie 2/2023

AwardIM2023

AwardIM2023

Nieuwsbrief

Advertentie