Bordjesgeluk

Terug in Toscane

Op de fiets heb ik tijd om na te denken, vooral op vlakke stukken. De radartjes in mijn hoofd draaien dan synchroon
met mijn pedalen. Werk, de Marslanding en, oh ja, de wegen-belasting. Die moet ik nog betalen. Niet digitaal, maar in een kantoortje in de stad. Alweer vergeten. Tijdens het wielrennen passeert van alles de revue.
Het is zondagochtend, met weinig verkeer en een timide zonnetje. Ik ben de Arno overgestoken en via de Piazzale Michelangelo de Chianti ingereden. Zeven zwarte letters op een wit bordje schudden mijn verbeelding wakker: ‘Ferrone’. IJzer (ferro) zie ik meteen in overvloed op een verlaten fabrieks-terrein langs de weg. Iets verderop kijkt de lokale pizzeria
trots uit over een hoge stapel terracotta tegels. Bij een cementbedrijf net buiten de kern hangen vakbondsvlaggen
en spandoeken met duidelijke taal: ‘In de Chianti kom je om te investeren, niet om mensen te ontslaan.’ Een eenzame vakbondsman drentelt voor een paar rode tenten op en neer. Andere demonstranten genieten waarschijnlijk van de zondagsrust. “Coraggio!” schreeuw ik hem in het voorbijgaan moed in. “Anche a te”, antwoordt hij gevat, alsof hij denkt dat mijn zondag zwaarder is.

Na het industriële intermezzo domineren de wijnstokken het landschap. Ik zoef in gedachten over de weg die met lange bochten als een tuinslang tussen de velden ligt. Mijn fantasie krijgt een nieuwe impuls wanneer ik het bordje ‘Passo dei
Pecorai’ passeer. De doorgang van de schaapherders. Ik hoef alleen de auto’s weg te denken om vanuit de heuvels aan oostzijde herders en schapen te zien afdalen. In gedachten zie ik ze na het oversteken van de zandweg aan de andere kant tussen de wijnstokken verdwijnen. Gelukkig voor mijn fiets rollen mijn banden intussen verder over een glinsterende laag asfalt. Wat heeft de Passo dei Pecorai de afgelopen eeuwen allemaal zien langskomen? Belangwekkender zaken dan een man in lycra in elk geval.
Op mijn route verschijnen steeds meer bordjes met een zwarte haan in een donkerrode cirkel. De gallo nero is hét symbool van de Chianti. Volgens de legende beslechtte Florence middeleeuwse grenstwisten met Siena in zijn voordeel dankzij een zwarte haan. Bij het kraaien van de haan zou uit beide steden een ruiter vertrekken om op de plek waar ze elkaar zouden
ontmoeten de grens te trekken. Dankzij wat slimme trucjes kraaide de zwarte haan aan de Arno al voordat het dag werd, waardoor de Florentijnse ruiter met ruime voorsprong kon vertrekken. Zodoende kwam vrijwel de hele Chianti onder de invloedssfeer van Florence.
Bij Greve volg ik een andere route terug richting Florence. Die keuze vervloek ik eerst, want de hellingspercentages op deze mij onbekende weg zijn simpelweg pijnlijk. Een beetje afleiding van een mooi bordje kan ik goed gebruiken. ‘Poggio dei mandorli’, veel romantischer wordt het niet. Ik besluit even van mijn route af te wijken om deze heuvel van de amandelbomen te bewonderen. Het bordje leidt naar een prachtige agriturismo. Wanneer ik rechtsomkeert maak om mijn weg te hervatten, kom ik een oude vrouw tegen met een enthousiast keffertje. Het beestje springt tegen mijn been op, dus blijf ik even staan om een praatje te maken. “Mooi hé, die amandelbomen”, zeg ik terwijl ik mijn hoofd richting de boomgaard achter me draai. De vrouw kijkt me verbaasd aan. “Nee, de amandelbomen staan daar, aan de andere kant.” Ze wijst met een gerimpelde vinger in de juiste richting. In de verte zie ik inderdaad de typerende roze gloed van de amandelbomen. “Ik heb nog een hoop te leren mevrouw”, zeg ik terwijl ik haar lachend met haar viervoeter in dit idyllische stukje Toscane achterlaat. •

Nederlander Roeland Scholtalbers verhuisde na 13 jaar Brussel terug naar Italië en pendelt tussen Turijn en Florence. Samen met zijn Italiaanse vrouw Donatella, zoontje Libero en dochter Gloria herontdekt hij de geneugten van het Italiaanse leven.

Nieuwsbrief

Advertentie

Bezoek Italië, Emilia Romagna

instagram